Ondersteuning

Voor ons betekent het bieden van extra ondersteuning, dat de leerling zich zo optimaal mogelijk kan ontwikkelen op het gebied van leren, talenten, gedrag en welbevinden. Wij sluiten aan bij de behoeften van de leerling.

Mocht de ontwikkeling anders verlopen dan verwacht, zullen wij dit snel opmerken en hier naar handelen. Om dit goed te kunnen doen, is samenwerking met u als ouder erg belangrijk. Wij zullen u dan ook tijdig informeren en betrekken bij het onderwijs van uw kind.

Zicht op ontwikkeling

De leerlingen worden tijdens hun schoolperiode nauwgezet gevolgd. Dit doen we door de afname van toetsen die bij de methode horen. Zo kunnen we de ontwikkeling van de kinderen goed volgen.
We nemen 2 maal per jaar, in oktober en in april, een methode onafhankelijke toets af, om een nog objectiever beeld te krijgen van de ontwikkeling. We werken dan met de schoolvaardigheidstoetsen van ‘BOOM’. We toetsen dan technisch lezen, begrijpend lezen, spelling, rekenen /wiskunde en een tempotest automatiseren.  De risicokinderen voor wat betreft technisch lezen, blijven we toetsen met DMT en AVI van CITO. Het kenmerkende van deze vaardigheidstoetsen is dat ze echt alleen nog maar toetsen wat we willen weten. Bovendien hebben de toetsen een kortere afnameduur.

Door middel van observaties kijken we naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Bij de kleuters maken we gebruik van Kijk! en voor de groepen 3 t/m 8 gebruiken we Kindbegrip. We gebruiken deze instrumenten om de ontwikkeling te volgen en het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de onderwijsbehoeften van uw kind. In groep 6 wordt, uiteraard wanneer ouders toestemming geven, de Adit afgenomen. Dit is een adaptieve capaciteitentoets, die afgenomen wordt op de computer. De uitslag van dit onderzoek geeft een idee van de mogelijkheden van uw kind. We bekijken in hoeverre de mogelijkheden overeenkomen met de prestaties die uw kind laat zien. Met andere woorden halen we uit een kind wat erin zit? We realiseren ons heel goed dat een intelligentieonderzoek slechts een hulpmiddel is.

Aan het einde van groep 7 volgt een voorlopig advies, dat samengesteld wordt op basis van alle gegevens die er zijn.

In groep 8 volgt nogmaals het klassikale intelligentieonderzoek, maar ditmaal komt er bij de uitslag ook een schooladvies. (op basis van de intelligentiegegevens). In januari krijgen de kinderen van groep 8 nogmaals een voorlopig advies. In februari maken ze de doorstroomtoets. Bij ons is dat Route 8. Het definitief advies zal in maart worden gegeven.

Ondersteuning op onze school

Onze school kent verschillende overleggen waarin kinderen besproken worden. 2x per jaar is er een leerlingbespreking van de groepsleerkracht(en) en de IB-er. Ongeveer 6-8 weken na de groepsbespreking volgt een evaluatie bespreking van de acties.

Ongeveer 6x per jaar kunnen we kinderen die uitvallen of waarbij we in handelingsverlegenheid zijn, bespreken met de orthopedagoog die verbonden is aan het Eenbes Expertisenetwerk. Hier worden ouders van op de hoogte gebracht.

Ook is het mogelijk een kind in het zorgteam overleg te bespreken. In dit overleg zitten behalve de IB-er van onze school, de Schoolmaatschappelijk werker, de schoolverpleegkundige en een collega van het expertisenetwerk. Als het enigszins mogelijk is, sluiten ook de ouders aan bij dit overleg.

Door deze samenwerking van verschillende disciplines kunnen we vaak sneller en effectiever handelen. Om een kind te kunnen bespreken en informatie uit te mogen wisselen in het zorgteamoverleg, is altijd schriftelijk toestemming van ouders nodig.

Als blijkt, dat de ontwikkeling van een kind niet naar wens verloopt, gaan we kijken hoe we het kind kunnen helpen. Dat kan door het bijstellen van het programma naar boven of naar beneden, door extra aandacht, door het aanbieden van bepaalde materialen of een rustige leeromgeving. Vanzelfsprekend gebeurt dit in samenspraak met de ouders.

Kinderen worden geclusterd naar onderwijsbehoefte. Er worden doelen vastgesteld en er wordt daarbij gekeken naar de aanpak die de kinderen nodig hebben. Er zijn afspraken gemaakt over hoe we omgaan met kinderen met dyslexie. Indien er sprake is van een specifieke aanpak of leerlijn worden deze plannen met alle betrokkenen, kinderen, ouders en evt. externen besproken en regelmatig geëvalueerd. De lessen worden zodanig georganiseerd dat er ruimte is om met groepjes kinderen te werken. Ook onze moderne methoden bieden de leerkracht ruimte om extra hulp te geven tijdens de les.

Verder hebben we een leerkracht die kinderen die voor een korte tijd, voor een bepaalde hulpvraag, kunnen ondersteunen buiten de groep.

Kinderen die extra uitdaging nodig hebben, zijn geclusterd in onze zgn. Contractgroepen. We hebben een contractgroep voor de kleuters, voor de kinderen van groep 3 en 4, eentje voor kinderen uit de groepen 5 en 6 en een contractgroep voor de kinderen uit de groepen 7 en 8. Een keer per week gaan de kinderen onder begeleiding van de contractgroep aan het werk met een bepaald thema. En krijgen werk om tijdens de volgende week aan te kunnen werken. Ze werken aan hun eigen doelen.

Voor kinderen die zich niet volgens de verwachtingen of prognoses ontwikkelingen, op één of meerdere leergebieden of op sociaal-emotioneel gebied, stellen we een ontwikkelperspectief (OPP) op. We kijken naar de factoren die het leren bevorderen of belemmeren en we kijken naar de verwachte uitstroom in de toekomst. Zo bepalen we wat en wie we nodig hebben om deze resultaten te behalen. We proberen om het onderwijs zoveel mogelijk passend te maken. Op onze school is daarvoor al veel expertise aanwezig. Tevens kunnen we daarbij ook de hulp inroepen van ons expertisenetwerk en werken we samen met de GGD en het schoolmaatschappelijk werk. Zo ontstaan er arrangementen.

Het leerlingendossier

Van elke leerling wordt een leerlingendossier bijgehouden. Daarin worden behalve de persoons- en gezinsgegevens ook de gegevens m.b.t. speciale onderzoeken en dergelijke opgenomen. Een en ander conform het privacyreglement.

Rapporten

Elk jaar vinden er drie rapportage-gesprekken plaats. Aankomend schooljaar gaan we onze rapportage weer goed bekijken en bijstellen. Om tegemoet te komen aan onze toetsmomenten krijgen de leerlingen aankomend jaar 2 schoolrapporten mee. In september houden we welbevindingsgesprekken/Startgesprekken, in januari krijgen ze het 1e rapport met rapportgesprekken en in juni het 2e rapport met rapportgesprekken.

In het schoolrapport wordt telkens op drie manieren naar het kind gekeken. De leerkracht schetst een persoonlijk beeld van het kind (subjectief). Er wordt aangegeven hoe het kind het doet op de methodetoetsen (geobjectiveerd subjectief) en er is een weergave in grafieken van de ontwikkeling op landelijk genormeerde toetsen (objectief). In het komende schooljaar komt er in het eerste  en tweede rapport een overzicht van de resultaten van de gemaakte methode onafhankelijke toetsen. Het rapport geeft op die manier een compleet beeld van het kind. Tijdens de oudergesprekken wordt het één en ander uitgebreid met de ouders besproken.

De intern begeleider (IB-er)

Binnen onze school is de interne begeleider het belangrijkste aanspreekpunt als het gaat om de ondersteuning aan kinderen. De IB-er is verantwoordelijk voor het ondersteuningsbeleid. Zij overlegt regelmatig met de leerkrachten en de directeur over de leerlingen, de onderwijsbehoeften en de opbrengsten. De IB-er kan ondersteuningsbehoefte in de groep signaleren en leerkrachten begeleiden bij het opzetten van hulp.

De interne begeleider heeft veel inhoudelijke kennis. Ouders worden geïnformeerd door de leerkracht en/of de interne begeleider en de ouders worden betrokken bij de aanpak die gevolgd gaat worden. De leerkracht maakt de plannen en voert deze uit.

Wij werken met een IB-er voor de onderbouw en een IB-er voor de bovenbouw.

Sociale veiligheid

Vorig jaar is de Dommeldalschool aan de slag gegaan met de methode Kwink. Er is, ook landelijk gezien, veel aandacht voor het verschijnsel pesten. Volkomen terecht natuurlijk, want pesten trekt diepe sporen in de persoonlijke ontwikkeling. Wij denken dat het goed is om een laag dieper te kijken en de basis van het gedrag in een groep aan te pakken. Het gaat over het bespreekbaar maken van hoe we met elkaar omgaan, welke regels en afspraken we hanteren en welke dingen we kunnen inzetten om goed gedrag te versterken. De aanpak richt zich op het team, de groepen en individuele kinderen. Iedereen houdt zich aan dezelfde afspraken en regels en doet dat op dezelfde manier. Daardoor ontstaat een voor iedereen duidelijke manier van met elkaar omgaan. We gaan daar 100% voor, allemaal, niemand uitgezonderd. Het is geweldig om te zien welk een positief effect dit heeft op de sfeer in ons Kindcentrum.

Op onze school werken we in alle groepen met Kwink, een online methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL). Inclusief burgerschap en mediawijsheid. Met behulp van Kwink oefent uw kind zijn sociaal-emotionele vaardigheden. Daarvoor is een veilige groep van belang. Een groep waarin kinderen zichzelf kunnen zijn en waarin verstorend gedrag als pesten niet voorkomt. 

Kwink is een goed doordacht programma, gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. Praktisch, leuk en altijd actueel! Het is gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep. 

 

Wat doet Kwink:
Voorkomt verstorend gedrag en pesten.
Kent een groepsbrede, preventieve aanpak.
Zorgt voor een sociaal veilige groep.
Verhoogt de leeropbrengsten.
Werkt met vijf bewezen gedragscompetenties.
Biedt iedere les unieke filmpjes.
Voldoet aan de Wet Sociale Veiligheid 

De methode richt zich op:
Ik weet wie ik ben.
Ik weet wat ik doe.
Ik zie anderen en ga goed met ze om.
Ik kies voor een leuke en veilige groep. 

 

 

Meer informatie voor ouders: 

https://www.kwinkopschool.nl/wat-is-kwink/voor-ouders 

https://www.kwinkopschool.nl/kwink-actueel/oudermagazine 

 

 

Rots en Water

Sinds een aantal schooljaren bieden wij aan verschillende groepen en ook aan individuele leerlingen een sociale weerbaarheidstraining aan, Rots en water. Kinderen leren om op een goede manier voor zichzelf op te komen in de omgang met anderen. De lessen worden gegeven door onze gedragsdeskundige.

In de training is aandacht voor

  • Het verbeteren van het zelfvertrouwen, zelfbeheersing en zelfreflectie
  • Het fysiek, mentaal en verbaal weerbaar worden
  • Het verbeteren van sociale en communicatieve vaardigheden

BOUW!

BOUW! Is een computergestuurd interventieprogramma waarmee leesproblemen bij risicoleerlingen in groep 3 en 4 kunnen worden voorkomen.
Bij jonge leerlingen, waarbij het extra aanbod in de groep op het gebied van voorbereidende leesactiviteiten onvoldoende aanslaat, kan het programma BOUW! Ingezet worden. De leerkracht bekijkt samen met de intern begeleider welke leerling voor dit programma in aanmerking komt. Hiervoor gelden selectiecriteria. Als een leerling hiervoor in aanmerking komt, bespreekt de leerkracht dit met de betreffende ouders. Wanneer besloten wordt dat een leerling aan de slag mag met BOUW! ontvangt de leerling leesbegeleiding op school onder begeleiding van een tutorleerling. De geselecteerde tutoren zijn leerlingen uit de groepen 6 en/of 7. Ouders/verzorgers werken daarnaast ook thuis samen met hun kind aan BOUW!.